Hoe kan ik van de winter zomer maken?
Hoe maak ik van de herfst een lentetijd?
Hoe leer ik de seizoenen te genaken
en blij te zijn wanneer het jaar verglijdt?
Hoe kan ik met mijn tijd zonnig verkeren?
Hoe maak ik alle dagen fris van snit?
Hoe kan ik uit de vier seizoenen leren
en blijft mijn leven tot het einde fit?
Ik kan niets doen, behalve de getijden
gevieren te omhelzen met mijn hart,
de zomer en de winter te ervaren,
voorjaar en herfsttij, ieder heeft zijn part.
Het is geen doen de winter te beschaven
tot zomertijd; ik heb de winter lief.
Ik ben zo blij als eindelijk de sneeuw valt,
mijn kamer knus is, huiselijk gerief.
Tegen de kersttijd zal ik brieven schrijven.
Met oudjaar proost ik op de tijd voorbij.
Het nieuwe licht ten leven zal weer opstaan.
Wie dan nog leeft, die mag weer in de rij.
Ine Verhoeven