zondag 28 augustus 2011

Ina en mijn morgengebed

Tegenwoordig zoek ik vaker dan voorheen mijn balkon op. In mijn isolement is dat het rustpunt voor mijn ziel. In het hoekje tegen de glaswand staat mijn rieten stoel zomer en winter voor me klaar. Naast mijn stoel woont mijn oude vogel in haar open kooi. We hebben het goed. Ze heft mijn eenpersoons leventje op. Als ik niet schrijf, niet aan een boek, gedicht of verhaal bezig ben, dan is zij er, mijn groene schat.  Lorita op 15 augustus 2011

Toen mijn exgenoot in 2007 naar Zweden vertrok, kwam ze weer bij me wonen, onze Lorita, tot mijn verrassing en grote vreugde. Haar oorspronkelijke intrede deed ze in 1973 in ons gezin. We weten niet hoe oud ze was toen ze kwam, ze kon al praten en was tam, dus mensen gewend.
Lorita en Ine in 1973 of 1974
'Ze is een wildvang,' zegt de dierenarts. Het was destijds mode een sprekende vogel te bezitten, dus werden de papegaaien in hun leefgebied gevangen en naar elders getransporteerd om aan de hebzucht van de mens te voldoen. Bizar. Maar ik ben desondanks blij dat mijn vogel weer bij mij woont. Ze heeft het goed, ik waak over haar en zorg voor haar. Dat heft in zekere mate de ernst van de misdaad op die haar uit haar leefgebied heeft verdreven, hoop ik. Want misdadig is het wel. Je kunt er als buitenstaander niets tegen doen, tegen de illegale handel in dieren. De wet heeft mazen. Maar de dieren aan hun lot overlaten, is al even misdadig.

Ik las bij Ina op haar 50plusserweblog hoe dieren in haar contreien worden mishandeld, verhandeld, behandeld. Er bestaat geen barmhartigheid voor sommige lieden. Het enige dat je doen kunt, is goed zijn voor het dier dat op jouw pad komt. Bij Ina lees je hoe je dat doet. Ina is een natuurmens, maar ook een mensenmens. Ze schrijft de ontroerendste verhalen uit haar leven en plaatst ze op haar weblog. Als ik Ina heb gelezen, heb ik altijd stof tot nadenken. Je vindt haar op 50plusser onder de naam Baasje.

Het is een kalme ochtend. Ik zoek nog een poosje mijn balkon op en drink er koffie. Ik breng straks Boddevin een bezoek. De lunch gebruik ik bij hem. Ik zit naarstig na te denken over de dag waarop hij tachtig wordt. Deo volente. Zijn nieuwste boek komt binnenkort uit. Het is een bekroning op zijn leven, maar nog meer op de goede afloop van de zware tijden die achter ons liggen door zijn ziekbed. Ik groet de lezer dezes en ga de zondag vieren. Nee, ik prijs de dag niet voor het avond is. Dit geschrift is voor vandaag mijn morgengebed.
28 augustus 2011

donderdag 25 augustus 2011

Eind augustus

De nazomerzon lacht over de wereld voor zover ik kan waarnemen. Mijn balkon is schraal aan bloemen, de lavendel is grijs en uitgebloeid en een enkele kleine paarse bloem bloeit op als tweede bloeisel in de hoge pot ernaast, verder niks als schraalte.


Maar ik zag wél twee vlinders opwaarts fladderen in vrolijke cadans; lichtgeel van kleur - of waren ze wit, roomwit misschien? Dat het alweer warm geworden is aan het einde van deze augustusmaand is niets bijzonder, Nederland heeft een grillig weerkarakter, altijd gehad.

Citroenvlindertje

Maar die zachtmoedige sfeer van deze ochtend, die diepe goedheid van moeder natuur blijft verwonderlijk, ik ervaar iets hoogverhevens, iets bovenaards, maar dat kan niet omdat alles van de aarde is, het gebeurt hier waar ik mijn voeten neerzet en gaan mag: op zo’n moment is het leven verrukkelijk en wil ik niets anders dan altijd blijven, altijd leven en doorgaan; ik weet dat het niet kan. De sterfelijkheid van een mens, van elk schepsel, is aanvaardbaar op het moment dat je je ongelukkig voelt, maar op zulke intense momenten van je helemaal levend voelen en in gerustheid opgetogen zijn, wil je blijven, altijd bestaan.


Ach, zo is de mens, en het leven is goed zoals het is. Vandaag ligt de dag voor ons open, mogen we ons gedragen weten door de lievigheid, al komt ze van de zon en niet (niet altijd) van de mensen. Als je ouder wordt, ga je tegen jezelf praten, heb ik gemerkt, en het voelt vaak nog goed ook, omdat je je antwoord zelf mag bepalen en met jezelf krijg je niet gauw strijd. Doe het maar gerust, en als je onverhoeds door buitenstaanders gehoord wordt, leg je het gewoon uit.


Och, de mens ploetert voort tot in lengte van dagen en zoekt onverkort het goede antwoord op de levensvragen; hij blijft verbaasd over de slechte dingen in de wereld en in het leven, over hoe mensen zich te grabbel kunnen gooien, het kwaad aanhangen en de vernietiging, waar komt het toch vandaan? Ik denk altijd dat iedereen toch kan nadenken en het beste, het betere wil bereiken, een leefbare en vredige wereld beoogt? Maar het is nooit anders geweest.


Bedrog en list en kwaadaardigheid hebben altijd bestaan, zullen ook niet wijken; maar wie de goedheid praktiseert en verder draagt, kan de wereld voor een groot deel redden, daar geloof ik heilig in. Je moet wel gelijkgestemde zielen zien te bereiken, je moet het samen doen, want de heilzaamheid van één persoon is niet collectief zaligmakend. Buiten is de sfeer nog altijd zomers, zacht en vriendelijk.

Mensen, je kunt je erbij aansluiten en er je ziel mee voeden. Het valt te proberen.


30 augustus 2008/25augustus 2011